De koe wil ruimte. Dat betekent ruimte bij het gaan opstaan en bij het gaan liggen. Daarnaast wil ze ruimte voor natuurlijk gedrag om elkaar op te zoeken of juist te vermijden. Ook wil ze lopen op een zachte ondergrond met grip, zodat ze niet uitglijdt. Een lang en gelukkig leven voor de koe is ook goed voor de melkveehouder. Minder probleemkoeien is namelijk minder werk. De resultaten uit zes jaar onderzoek en ervaringen uit de praktijk geven aan dat dit in een vrijloop, een stal zonder ligboxen, mogelijk is.
Op een symposium op 13 februari zijn resultaten uit onderzoek van Wageningen UR Livestock Research en ervaringen uit de praktijk onder leiding van IDV-Advies toegelicht. Het welzijn is duidelijk beter en enkele melkveehouders laten zien dat hun koeien ook daadwerkelijk ouder worden. Naast dierenwelzijn is er een tweede reden waarom melkveehouders kiezen voor een vrijloopstal, namelijk de behoefte aan andere mest dan drijfmest uit een ligboxenstal. De bodem van een vrijloopstal bestaat uit compost van een composteringsbedrijf of houtsnippers die de melkveehouder zelf composteert in de stal. Dit bodemmateriaal gemengd met de mest en urine van koeien levert een meststof op met veel organisch materiaal. Dit is goed voor de bodemvruchtbaarheid. Onderzoekers en melkveehouders geven aan dat dit materiaal een goede bodemverbeteraar is, echter voor de korte termijn geen goede meststof omdat de stikstof veel trager vrijkomt voor de plant. De derde reden voor een vrijloopstal is een economische.
De extra kosten van een grote stal door veel ruimte per koe en door aankoop van bodemmateriaal kunnen goedgemaakt worden als het vervangingspercentage van melkvee met 10% daalt, dus van 30% naar 20% per jaar. Dit zijn de positieve duurzaamheidsaspecten. Er zijn ook zorgpunten vanuit de overheid, met name ammoniakemissie uit de stal, en vanuit de zuivel over risico’s van hittesbestendige sporenvormende bacterieën op eventueel bederf van bepaalde gesteriliseerde zuivelproducten. De bodems met compost hebben een hogere ammoniakemissie in de stal en meer sporenvormende bacterieën (XTAS, extreem hittebestendige aerobe bacterieën) in het bodemmateriaal dan de bodems met houtsnippers. De 115 deelnemers: adviseurs, bedrijfsleven, onderwijs en melkveehouders zijn met veel cijfers en praktische adviezen naar huis gegaan.