Met name in de staat Minnesota is vanaf 2001 ervaring opgedaan met compoststallen (Compost Dairy Barns). De bodem in deze vrijloopstal bestaat meestal uit een combinatie van houtsnippers en zaagsel dat samen met de mest composteert. De gebroeders Portner, melkveehouders in Sleepy Eye, startten in 2001 met een compoststal. Ze wilden vooral het koecomfort verbeteren. Na enkele jaren ervaring zien zij minder klauwproblemen, minder stress en een hogere productie per koe. Ruim 70 melkveehouders in Minnesota hebben nu ervaring met een compoststal. De universiteit van Minnesota heeft van 12 bedrijven intensief praktijkervaringen verzameld. Deze zijn toegelicht op een congres in juni 2007. Vanuit verschillende staten en uit andere landen was er belangstelling. De 150 zeer belangstellende aanwezigen bestonden uit onderzoekers, voorlichters, adviseurs en melkveehouders. Er werden positieve effecten van de compoststallen gerapporteerd:
- Gemiddeld slechts 8% been- en klauwproblemen, variërend tussen 0% en 21% (ten opzichte van gemiddeld in ligboxstallen 25% tot 28% volgens Amerikaans onderzoek).
- Veevervangingspercentage verminderde van 35% naar 27%.
- Melkproductie per koe steeg.
- Celgetal bleef nagenoeg gelijk.
Opmerking: het betreft hier een vergelijking van de compoststal met de oude situatie op dat bedrijf (vaak een grupstal of verouderde ligboxenstal).